Planten ( beplanting )

Buiten dat planten veel biodiversiteit geven, zijn ze ook heel mooi. Veel kleur, u creëert hoogteverschillen en u kunt met de vele soorten uw eigen voorkeur aan de tuin geven. Maar planten zorgen voor nog meer. U staat er niet snel bij stil maar een bodem die niet begroeit is, droogt snel uit. Ook verhardt deze waardoor het vermogen om water op te nemen, steeds moeilijker wordt. Planten houden water vast en ze verbeteren door de doorworteling het infiltratie vermogen.

Voordelen:

Als u zorgt dat de bodem bedekt is, heeft u weinig onderhoud. Denk aan bodembedekkers, bijvoorbeeld Erica carnea, (heide) of sedum (vetplantje). Hierdoor krijgt ook onkruid weinig kans om te groeien. Dat is win-win, want dat scheelt enorm veel onderhoud. De bodem droogt minder snel uit, wat dat betekent dat u minder snel water hoeft te geven. Het zijn laag blijvende bijna kruipende planten, wat je veel ziet is de Pachysandra of Vinca.

Planten en de bodem:

Als de bodem gezond is, is deze beter in staat om water vast te houden. Dat komt omdat deze luchtiger is. Om de bodem gezond te houden, kunt u het beste, voordat u vaste planten gaat planten organisch, materiaal toevoegen. Zo wordt het bodemleven gestimuleerd. Wat u er voor kunt gebruiken, is bijvoorbeeld:

• Koemest korrel
• Oude aarde verwijderen, en nieuwe gemengde tuinaarde aanbrengen
• Compost, uit eigen tuin. Gooi uw tuinafval in een compost bak
• Grasmaaisel
• Of humusrijke grond

Onderhoud:

Planten hebben in hun eerst jaar veel water nodig. Bij warm of droog weer kunt u het beste 3 keer per week sproeien. Zorg dat het zeker 10 cm onder de grond goed vochtig is. Even sproeien en alleen de bodem nat maken heeft geen zin. Na het eerste jaar zijn de planten sterk genoeg en de wortels diep genoeg om het met minder water aan te kunnen.