Een tuin met geluiden
Vrijwel geen vogel kan leven zonder insecten, dus die moet u in de tuin zien te krijgen.
Om aan zingende geluid van vogels te komen, zijn flink wat insecten nodig. In het begin rupsen, larven en wormen, want die zijn lekker dik, licht verteerbaar en vol vet en eiwitrijk. Later spinnetjes, vliegjes en vlinders.
Niemand zit te wachten op een tuin vol slakken of muggen, maar vlinders, die wil toch iedereen? Vlinders zelf stellen vier eisen aan de tuin:
- Voedselplanten (waardplanten) voor rupsen, bijvoorbeeld een vuilboom of diverse klaversoorten
- Bloeiende planten met nectar, geschikt hiervoor is Longkruid (Pulmonaria) of Beemdkroon (Knautia)
- Zonnige plekjes uit de wind, ze zijn tenslotte koudbloedig
- Een schuilplaats in de winter, ruim uitgebloeide planten niet op, daar overwinteren of schuilen veel insecten in.
De eisen van een vlinder zijn best te realiseren, zelfs in een bestaande tuin. Wat tegels eruit, plant bewust gekozen inheemse planten. Het mooie is: een vlindervriendelijke tuin is in het broedseizoen ook aangenaam voor hommels, bijen en andere insecten en het geeft in het najaar bessen en zaden. Gevarieerd vogelvoedsel in verschillende jaargetijden.
Bedenk even waarom u een boom kapt of een struik weghaalt. Vogels hebben aanvullende eisen. Naast voedsel hebben ze bomen en struiken nodig, om veilig te rusten of te broeden. Een boom of struik zorgt meteen voor nog meer soorten insecten. Snoeien moet af en toe gebeuren, maar liefst niet alles tegelijk en niet in het broedseizoen!
Planten, bomen en struiken
Er zijn veel soorten planten, bomen en struiken die vogels prettig vinden. De veel doornige distel is erg in trek bij veel vogels door zijn zaadjes. Vooral mezen, vinken, mussen en lijsters vinden de zaadjes en besjes van deze planten heerlijk. Qua bomen, mits er een boom in de past, kunt u het best kiezen voor een meidoorn, beuk, eik of fruitbomen.
Balans in de tuin
Een tuin die in balans is, onderhoudt zichzelf. Veel mensen gaan ervan uit, dat een begroeide tuin heel veel werk is. Kunnen wij ons voorstellen. Een tuin die juist is aangeplant, vraagt om wat snoeiwerk en het in toom houden ervan. Door de juiste bodembedekkers te planten, krijgt ‘onkruid’ weinig ruimte om door te komen. Door vogels aan te trekken houdt u de slakken in toom, de bijen en vlinders zorgen voor bestuiving. Een tuin die wij ‘rommelig’ vinden is juist de tuin, die weinig vraagt en veel leven aantrekt.