De ene bloembol bloeit ieder jaar opnieuw en de andere niet. Sommige bloembollen breiden ook nog eens uit. Hoe zit dat met verschillende bloembollen soorten? Samengevat kun je bloembollen onderverdelen in drie soorten; eenjarige-, meerjarige- en verwilderingsbollen.

Enkel jarige soorten:

De enkeljarigen zijn de eerste. In het eerste jaar bloeien deze het mooist. Ze hebben vaak indrukwekkende felle kleuren waardoor ze vaak in bloemperken gebruikt worden. Veel enkeljarige bloembollen komen het volgende jaar ook nog op maar geven dan minder bloemen. Na verloop van tijd is de bloei over. Voorbeelden van enkeljarige bloembollen zijn krokussen (Crocus), tulpen (Tulipa), blauwe druifjes (Muscari) en grootkronige narcissen (Narcissus).

Meerjarige bollen

De tweede in rij zijn de meerjarige bloembollen. Dit zijn bloembollen die meerdere jaren achter elkaar bloeien. Meerjarige bloembollen hoeven maar een keer geplant te worden. Na de bloei blijven de bloembollen in de grond zitten. U hoeft er verder ook niet veel mee te doen. De bloem verwelkt, de steel en bladeren zijn compost voor de grond. Ondergronds bereid de bol zich voor op de volgende bloei. Meerjarige bloembollen volgen daarmee dezelfde groeicyclus als die van vaste planten. Voorbeelden van meerjarige bloembollen zijn Oosterse anemonen (Anemone blanda), sneeuwroem (Chionodoxa), boshyacinten (Hyacinthoides) en buishyacinten (Puschkinia)

Verwilderingsbol

De derde in rij zijn verwilderingsbollen. Ze lijken op meerjarige bloembollen maar hebben iets meer te bieden. U hoeft ze, net als meerjarige bloembollen, maar een keer te planten. Ze blijven na de bloei in de grond en komen ook ieder jaar terug. Leuke bijkomstigheid is dat ze zich ook nog eens uitbreiden. Een groep van 10 verwilderingsbollen kan na verloop van tijd dus een groep van 100 worden. Soorten verwilderingsbollen zijn bijvoorbeeld sneeuwklokjes (Galanthus), narcissen (Narcissus), sterhyacinten (Scilla) en lenteklokjes (Leucojum vernum).

Hoe plant u een bol?

Bekijk hoe u ze wilt planten; meerdere als een groep bij elkaar of liever apart. De grootte van de bloembol bepaalt hoe diep u moet planten. Is de bol 5 cm dan plant u de bol op 15 cm diepte en kleine 2,5 – 5 cm 7 tot 10 cm diep. Zet de bloembollen zachtjes in de grond met de punt naar boven.

Het is fijn werken met hoogte verschillen. Waar de Allium er vaak met kop en schouders boven uit steekt, zal de narcis toch tegen hem op moeten kijken.