Een groene eco tuin met veel beplanting heeft veel voordelen. Hij ziet er mooi uit, zorgt voor verkoeling, is beter voor vogels, bijen en vlinders en laat regenwater in de grond zakken.
Beplanting is toch wel het grootste onderdeel in de tuin. Maar wat voor beplanting? Wij planten veel aan wat veel natuurwaarde heeft. Het zorgt voor biodiversiteit en leven in de tuin. Of te wel inheemse planten soorten.
Wat voor beplanting is er?
Hier een kleine greep:
- 1 jarige bloeiers, die moet u jaarlijks terug planten
- 2 jarige bloeiers, eerste jaar plant u deze en het jaar erna komen ze tot bloei
- Meerjarige bloeiers, deze bloeien een aantal jaar
- Bodem bedekkers, deze zijn vaak wat lager en zorgen dat het zonlicht niet direct op de bodem schijnt waardoor deze minder snel uitdroogt
- Groenblijvend, bijvoorbeeld een heester. Deze zijn er in struikvorm en het is erg makkelijk om bij te houden.
- Kleine of grote bomen, zorgen voor schaduw – privacy en verkoeling
Beplantingsplan
Het is verstandig om een beplantingsplan te maken. Zo weet u waar u welke plant kunt planten. Zodat deze elkaar niet in de weg zitten. Ook voorkomt u zo dat er kale stukken in de tuin ontstaan.
wat te doen na het aanplanten
- Na het planten geeft u de planten voldoende water. Probeer dit later zo veel mogelijk te beperken. Door regelmatig water te geven, maak je je planten ‘lui’. Geef in lange droge periodes liever enkele keren veel water dan regelmatig een beetje. In periodes van droogte geeft u ‘s avonds water, dan verdampt het niet zo snel en de bladeren verbranden niet.
- Direct na het planten hoeft u niet te bemesten. Als u later uw tuin wilt bemesten, doe dit dan met een biologische meststof. Een gedroogde koemest korrel is hier uitstekend voor.
- De precieze snoei-instructies verschillen per plant. Uitgebloeide plantendelen kunnen juist bescherming bieden tegen vorst. Knip in het voorjaar de uitgebloeide delen weg en knip de plantresten klein dan kunt u ze laten liggen als humus voor de grond.
- Als planten te breed worden, kunt u ze met een schep afsteken of met een snoeischaar terugsnoeien. Grote planten kunt u ook uitgraven, in tweeën delen en weer terug planten.
- Minder winterharde planten kunt u beschermen met een laag bladeren of een andere bedekking.